1. Lessenrooster
Nederlands: 8u
Wiskunde: 6u
WO: 6u
Muvo: 4u
LO: 2u
MO/GO: 2u
2. Nederlands
Lezen: Er wordt gewerkt rond technisch lezen en begrijpend lezen. Gelieve dagelijks met de kinderen 10 min. luidop te lezen .
Spreken: Kringgesprek over het weekend en of vakantie. In elk thema 2à3 lessen ‘spreken’ .
Luisteren: Kringgesprek + begrijpend luisteren + 2à3 lessen in elk thema.
Spelling: Elke maandag wordt er rond een woordpakket in hun spellingschrift gewerkt. Deze hebben we ook op papier zodat de kinderen het woordpakket steeds kunnen oefenen als voorbereiding op het dictee van vrijdag. Er worden gedurende het hele schooljaar ook 5 controledictees gemaakt ( herhaling van meerdere woordpakketten).
Schrijven: In zelfgemaakte bundels moeten de kinderen letters, woorden en later zinnen overschrijven. Hierbij houden we rekening met de juiste vorming van de letters, pengreep, zithouding en orde!
De kinderen leren in deze bundels ook alle hoofdletters en leestekens juist gebruiken.
Creatief schrijven komt ook 2à 3 keer voor in elk thema. De kinderen leren volgens de stappenkaart een verhaal / beschrijving te maken.
Taalsystematiek: De kinderen leren in het tweede leerjaar over de naamwoorden, hoe-woorden, doe- woorden, lidwoorden, verkleinwoorden en samenstellingen. Ze leren ook tijdens deze lessen goede zinnen en vraagzinnen te bouwen .
3. Wiskunde
We werken met de nieuwe pluspunt: 13 blokken met 13 lessen, worden afgesloten met een signaleringstoets. Aan de hand van deze toets worden er remediëringsoefenbladen of verrrijkingsbladen aangeboden.
In de werkschrift staan er bij sommige oefeningen driehoekjes getekend, deze oefeningen zijn enkel voor de kinderen die snel klaar zijn = uitbereiding .
Getallenkennis: Getallen tot en met 100. Werken met het honderdveld. Tientallen en eenheden in een getal herkennen. Getallen op een getallenlijn plaatsen. Rangschikken van groot naar klein en omgekeerd.
Bewerkingen: Optellen en aftrekken tot 100 met overschrijding. Breuken. Maal en deeltafels. Vraagstukken oplossen.
Metend rekenen: Kloklezen tot op een kwartier. Meten en meetinstrumentengebruiken. Maateenheden juist kunnen gebruiken.
Meetkunde: soorten lijnen, vlakke figuren.
4. Wereldoriëntatie
Schoolthema’s: verkeer, gezondheid
Klasthema’s: werkboek piramide + Mundo + zelfgemaakte bundels.
Aangepast aan leefwereld van de kinderen: actualiteit, techniek, omgeving.
5. Muzische vorming
ateliernamiddagen, verschillende domeinen: vakoverschrijdend werken met WO : zingen , knutselen, schilderen, drama , bewegen .
6. ICT
Tijdens hoekenwerk en als de kinderen vlugger klaar zijn wordt er gewerkt op de computer aan oefeningen van bingel. Er worden soms ook kijken luisteropdrachten gegeven aan de PC.
ICT is de afkorting van informatie- en communicatietechnologie.
Volgends de eindtermen ICT moeten de kinderen
- een positieve houding hebben tegenover ICT
- bereid zijn ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren
- ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier gebruiken
- ICT kunnen gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven
- ICT kunnen gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen
- zelfstandig leren en oefenen in een door ICT ondersteunde omgeving
- met behulp van ICT informatie kunnen opzoeken, verwerken en bewaren
- ICT kunnen gebruiken om op een veilige, verantwoorde manier te communiceren
7. Sociale vaardigheden
We willen dat kinderen opgroeien tot persoonlijkheden, die weten wat ze willen, die durven opkomen voor zichzelf en voor wat ze belangrijk vinden, en die dit doen met respect voor zichzelf en de ander.
We willen dat kinderen opgroeien tot mensen die kunnen samenleven en samenwerken met elkaar, mensen die afspraken kunnen maken en afspraken kunnen naleven. Kinderen krijgen de kans te ontdekken dat de wereld en de samenleving hun eigen wetten en afspraken hebben. De school is daar zelf al een voorbeeld van, aangezien ze ook een "leefomgeving" is, anders dan thuis, de jeugdbeweging of sportgroep.
Deze oefening in (sociale) vaardigheden zit in de dagelijkse lessen verweven. Nu en dan wordt een bijzonder project, activiteit of spel uitgewerkt, met het oefenen in deze vaardigheden als uitdrukkelijk doel.
Deze vaardigheden oefenen, individueel of in groep, maakt kinderen sterker en helpt hen om te leren leren.
8. Werking van de klas
Taakbrief/zelfstandig werk: wekelijks na de herfstvakantie. De kinderen werken zelfstandig aan het inoefenen van aangeleerde leerstof .
Hoekenwerk: om de veertien dagen, vrijdagmiddag. Via een doorschuifsysteem werken we rond ict, techniek, sociale vaardigheden, taal, wiskunde, schrift, spelling, WO, MV.
9. Bewegingsopvoeding
Zwemmen (zie kalender)
Op vrijdagnamiddag gaan we zwemmen.
De kinderen worden volgens niveau in groepen verdeeld.
Het zwemmen wordt gratis aangeboden in onze school.
Meebrengen: zwemkledij en 2 handdoeken in een zwemzakje.
Lichamelijk opvoeding
Twee keer per week turnen al onze kinderen.
De turnkledij wordt telkens voor een vakantie naar huis meegegeven om gewassen te worden.
Meebrengen: een zwart of donkerblauw shortje, een witte T-shirt, turnsokjes en witte turnpantoffels in een turnzakje.
10. Niet-confessionele zedenleer – godsdiensten
2 lesuren per week volgt uw kind een levensbeschouwelijk vak: zedenleer, katholieke godsdienst, islamitische godsdienst, protestantse godsdienst of orthodoxe godsdienst.
Zoals elk schooljaar hebt u na de start op 1 september één week de tijd om uw keuze van levensbeschouwing te wijzigen. Indien u dit wenst, moet u hiervoor een formulier komen ondertekenen op het secretariaat.
11. Leren leren – huistaken – agenda - brieven
Huiswerk:
- Huiswerk kan zijn, werkblad rekenen of taal, inoefenen dictee, lezen , taakbrief, ….
- Er wordt nooit huiswerk meegegeven tegen maandag en vlak na een vakantie (enkel eventueel een taakbrief die niet af is). Lezen mag wel, iets meebrengen ook.
- Het werk uit de taakbrieven dat niet klaar was, moet niet tegen de dag erna afgewerkt worden, maar na het weekend.
- Indien nodig kan gedifferentieerd worden in het huiswerk.
- Afspraken : huiswerk niet maken :
*Indien je kind niet in orde is met zijn/haar huiswerk , krijgt hij /zij een verwittiging ( streepje). Bij 3 verwittigingen volgt er een pedagogisch strafwerk .
*Op het rapport komt er ook een resultaat i.v.m huiswerk.
Lessen:
- Toetsen worden ruim op voorhand aangekondigd ( tussen 1 à 2 weken)
- Overhoringen kunnen dagelijks gebeuren, zonder aankondiging.
Planning huiswerk:
- Planning hangt de hele week zichtbaar op voor alle kinderen in de klas(krijtbord of whiteboard).
- De nieuwe planning wordt steeds gemaakt op vrijdag.
Agenda:
- Hierin kan je lessen, huiswerk en mededelingen terugvinden.
- De agenda’s worden 1 keer per week door de leerkrachten nagekeken.
- Kijk elke dag even de agenda van je kind na.
- Teken minstens 1 keer per week de agenda van je kind.
- Onze agenda dient ook als communicatiemiddel tussen ouder<->leerkracht
Brieven:
- Steeds goed lezen.
- Als er brieven ingevuld moeten worden, gelieve dit dan zo snel mogelijk te doen en terug te bezorgen aan de leerkracht.
12. Klasafspraken – belonen – straffen
Huiswerk: De kinderen krijgen elke week 1 woordpakket en 1 rekentaak. Elke dag wordt er ook 10 min. luidop gelezen.
Wanneer we met de maaltafels starten , zal er elke woensdag een toets van de aangeboden tafel komen.
Op vrijdag zal er steeds een dictee volgen op het aangeleerde woordpakket van maandag.
Op maandag wordt het huiswerk steeds allemaal meegeven zodat de kinderen zelf leren plannen hoe en wanneer ze hun taken maken.
Indien de kinderen niet in orde zijn met hun werk , krijgen ze een streepje . Na 3 streepjes krijgen de kinderen een aangepast strafwerkje .
Dit wordt ook geëvalueerd op het rapport!
Agenda: Elk kind heeft zijn / haar agenda in de boekentas. Het huiswerk staat steeds in de agenda geschreven op de dag dat het wordt afgegeven. . De lkr probeert wekelijks de agenda na te kijken.
Afspraken: Het is altijd leuk om met alles op tijd te zijn, kijk daarom regelmatig de boekentas van je zoon of dochter na.
Agenda hebben we elke dag bij.
Toetsen en werkjes in de groene map graag tekenen voor gezien. Er moet niets worden gekaft.
Kinderen worden afgehaald aan de rij op de speelplaats. Bij regenweer worden de kinderen aan de klas in de gang afgehaald.
Indien er vragen zijn van ouders , gelieve niet ‘s morgens aan de rij maar liefst ’s avonds. Zo kunnen de lessen op tijd beginnen.
Dit schooljaar leren de kinderen klassikaal of zelfstandig verbeteren. Dit gebeurt met een groene bic. Hebben we samen verbeterd dan staat er op het werkje KV .
Er wordt alleen nog maar water toegelaten op school in een drinkbus of beker, die op vrijdag mee naar huis gaat. Ook wordt er in de voormiddag fruit gegeten en in de namiddag een koek zonder papiertje uit een doosje.
13. Zorgjuf
Elke klas krijgt een aantal uren zorg. Dit kan op verschillende manieren gebeuren:
- de zorgjuf komt een paar kinderen uit de klas halen om extra oefeningen te maken (dit kunnen zowel sterke als minder sterke kinderen zijn)
- de zorgjuf blijft in de klas en de klasleerkracht neemt enkele kinderen mee
- de zorgjuf geeft mee ondersteuning in de klas
- de zorgjuf neemt kinderen mee die ziek waren om lessen in te halen
De zorgjuf neemt ook de LVS-toetsen af. Dit zijn genormeerde toetsen (rekenen, spelling, lezen). Aan de hand van de resultaten kunnen wij een beeld vormen van hoe uw kind presteert t.o.v. wat hij/zij op dat moment al zou moeten kunnen.
14. Rapporten - oudercontacten
Telkens als uw kind een toets maakt, geven we deze toets mee ter inzage voor thuis.
Onderteken deze toets en geef hem mee terug naar school. We bewaren alle toetsen in onze toetsenmap.
De rapporten worden enkel meegegeven op het oudercontact. Het is van groot belang dat u een afspraak maakt met de leerkracht.
In de lagere school zijn er 5 oudercontacten voorzien:
- infoavond
- herfstrapport + oudercontact
- winterrapport + oudercontact
- lenterapport + oudercontact op uitnodiging
- zomerrapport + oudercontact