De hele school werkt, gespreid over het hele schooljaar aan zeven bouwstenen.  

Deze bouwstenen worden in een afgesproken periode intensief ingeoefend in de klassen. We sluiten een periode steeds af met een ‘afsluitmoment’, een toonmoment waarbij alle klassen aan elkaar laten zien wat ze hebben gedaan/ geleerd. Soms doen we samen een dans, zingen we een lied, doen we de schoolrap, ... 

Afbeelding
Kindje loopt op de trap van Leerexpert Castor met leerkrachten in de hand

De eerste, overkoepelende bouwsteen is respect. Alles wat we doen, doen we met respect voor onszelf en voor elkaar. Ik heb respect voor mezelf, maar ook voor alle andere kinderen en leerkrachten. We leren tijdens de lessen wat respect is en hoe we dat naar onszelf en naar anderen toe kunnen uiten. 

Samen gaan we ervoor. Van het begin tot het einde, iedereen op zijn eigen tempo. We helpen elkaar, leren van elkaar, spelen met elkaar, zijn er voor elkaar. We leren dit van onze leerkrachten in de klas, maar ook de juffen en meester van Lichamelijke opvoeding, soemo en Levensbeschouwelijke vorming leren ons wat ‘samen’ is en hoe we dan kunnen bereiken. 

Als het even niet lukt samen, staat ook het zorgteam voor ons klaar. Ze bekijken wat we nodig hebben om stapje per stapje terug tot ‘samen’ te komen. 

Verder leren we hoe we op de speelplaats samen kunnen spelen, met z’n tweetjes of met een grote groep, met materiaal of in een zone. Dit kunnen we niet uit onszelf. Leerkrachten leren ons daarom tijdens de lessen wat je kan spelen, wat de afspraken zijn en hoe je écht samenspeelt. 

Ook onze leerkrachten leren door samen dingen te doen, samen afspraken te maken, samen te plannen, samen terug te kijken en samen bij te sturen. Ook zij hebben elkaar nodig om verder te kunnen. Ze gaan op zoek naar wat ze goed kunnen en wat minder om te bekijken waar ze elkaar in kunnen helpen. 

Om te leren, om te weten wat de ander wil, om samen iets te doen, om te zorgen voor anderen, … moet je kunnen luisteren. Wij leren tijdens de lessen leren leren en soemo wat luisteren is, waarom dat zo belangrijk is en hoe we dat goed kunnen. We leren dit toepassen tijdens alle andere lessen en tijdens het spelen. Onze leerkrachten geven het goede voorbeeld door naar ons te luisteren en voor te doen hoe wij dat ook kunnen. 

’s Morgens elkaar begroeten als je de school binnen komt, de deur openhouden voor elkaar, een hand geven, iemand helpen, iets aangeven, zonder roepen of schelden antwoorden om iets waar je het niet mee eens bent, … het zijn allemaal voorbeelden van beleefdheid. Soms lukt het niet om beleefd te zijn. We moeten daarom leren hoe we beleefd kunnen zijn en dit leren toepassen. 

Iedereen is anders: groter of kleiner, lichter of donkerder, meisje of jongen, … De ene kan beter lezen, de andere is beter in schrijven, wiskunde of liedjes zingen. Sommige kinderen weten heel veel van de wereld, anderen kunnen dan weer heel goed werken met hun hulpmiddelen. Niet iedereen kan hetzelfde even goed. Niet iedereen heeft dezelfde mening, … Daarom moeten we verdraagzaam leren zijn. We leren verschillen kennen bij elkaar en we leren hoe we hiermee omgaan. Elkaar pesten of uitsluiten krijgt geen plaats op onze school. 

Iedereen maakt foutjes, dat is heel erg normaal. Eerlijkheid, het toegeven van onze foutjes, vinden we heel belangrijk op school omdat we kan pas écht kunnen leren. Tijdens de lessen soemo komen we te weten wat eerlijk zijn is, waarom dat zo belangrijk is en hoe we dat kunnen doen. Eerlijk zijn is moedig, knap en wordt beloond met een dikke duim! 

Soms geven we elkaar een hand, tikken elkaar aan, geven een knuffel, … dat heet " fysiek contact ". Maar niet iedereen vindt het fijn om aangeraakt te worden. Fysiek contact is ook niet leuk als het pijn doet. We leren vooral tijdens de lessen soemo en tijdens LO wat kan en wat niet en op welke manier je rekening kan houden met anderen