10 jaar Kunstkuren - een gesprek met Dirk De Wachter

 

Dirk De Wachter is in de eerste plaats psychiater. Daarnaast is hij ook een hoogleraar, een schrijver en een veelgevraagd spreker.
Wat dat laatste betreft, deelde hij doorheen de jaren regelmatig zijn interesse voor kunst, onderwijs en wereld. Op een doordeweekse donderdagmiddag kreeg ik de kans om te luisteren naar zijn inzichten. Met een uitzicht vanaf zijn balkon op een van de speelplaatsen van onze Stedelijke scholen, maakte hij meteen duidelijk dat hij geen onderwijsspecialist is, maar een psychiater. Toch nam hij me mee in een gepassioneerd betoog over kunst en onderwijs, waarbij hij zijn persoonlijke ervaringen deelde. Er waren weinig vragen nodig om een stroom van inzichten en wijsheden op gang te brengen nadat ik mijn eerste vraag stelde. “Wat doet kunst met de mens en het menselijke brein?”

“Ik ben geen neurofysioloog en ik kan niet vertellen wat er precies in onze hersenen gebeurt wanneer we naar een schilderij kijken. Voor mij is het niet van belang welk deel van het brein wordt aangeraakt wanneer we luisteren naar Bach of de Rolling Stones, een schilderij bekijken of een boek lezen. Wat voor mij van belang is, is dat creativiteit fundamenteel is voor het menselijk bestaan. De mens is niet alleen een rationeel wezen, maar ook een wezen dat het onbegrijpelijke en onverklaarbare kan aanraken door middel van kunst. Kunst kan ons helpen om te leven met de beperkingen van het bestaan. We worden als mens geconfronteerd met de dood en met verlies. Je kan daar een rationele uitleg aan geven, maar dat is maar één mogelijkheid om ermee om te gaan. Literatuur, beeldende kunst maar ook theater en muziek kunnen heel erg helpen om lastige situaties te verdragen.” De Wachter vertelt ook over de eerste keer toen hij een schilderij, een drieluik van Francis Bacon, zag. “Het bracht een gevoel van verwondering en bewondering naar boven,” zei hij. “De schilderijen van Bacon zijn niet ‘mooi’ in de klassieke zin van het woord. Ze zijn vervormd, raar, vreemd en onbegrijpelijk. Maar ze roepen iets op dat voorbij het weten gaat.”

Daarna maakt hij een bruggetje naar het onderwijs. Hoewel hij het belang van kennisoverdracht in scholen onderstreepte, benadrukte hij ook dat onderwijs meer omvat dan alleen het vergaren van feitelijke kennis. “Een school moet kennis aanbieden. Het is belangrijk dat kinderen leren doorzetten en ook soms eens iets van buiten moeten leren. Maar het gaat niet alleen om kennis aanbieden, maar ook om het oefenen van sociale vaardigheden en de mogelijkheid om om te gaan met de complexiteit van het leven, met alles wat onbegrijpelijk is: zoals leven en dood, de schoonheid van de natuur, het gevoel van verbondenheid, verdriet, de stilte.... Zo geven we leerlingen een gevoeligheid mee waardoor ze later steviger op hun benen staan en kunnen omgaan met tegenslagen die onvermijdelijk bij het leven horen.” “Het is ook de taak van scholen om moeilijke onderwerpen te introduceren, zoals klassieke muziek of de kunst van Francis Bacon, waar ik eerder over sprak. Hoewel popmuziek vaak toegankelijker is en zeker mag ingezet worden, mogen we de ‘minder toegankelijke’ culturele aspecten niet vermijden. Het is werkelijk de verantwoordelijkheid van het onderwijs om leerlingen te begeleiden over de drempel van deze uitdagende terreinen.

Wanneer ze deze drempel oversteken, opent zich een bijzonder rijke wereld, en de beloning is onmiskenbaar. Het onderwijs moet dit mogelijk maken, en leerkrachten kunnen helpen om leerlingen de weg te wijzen naar deze waardevolle bronnen. We mogen daarbij de capaciteiten van leerlingen, zelfs de jongsten, niet onderschatten.”

De Wachter deelt graag zijn eigen verhalen als voorbeeld. “Ik ben psychiater geworden dankzij mijn leerkracht Nederlands. Op een dag gaf hij een les over de psychoanalyse van Freud en Jung, een les die buiten het leerplan viel. Ik was gefascineerd door zijn verhalen, die een hele nieuwe wereld voor me openden.” Hij vertelt ook over een wiskundeleerkracht, die hij best een ‘saaie’ leerkracht vond. “Totdat hij,” vervolgt De Wachter, “naar aanleiding van het Rubensjaar, een les gaf waarbij hij uitlegde hoe Rubens’ werk ook wiskunde is. Wij stonden met open mond te kijken naar Rubens, maar vooral naar de leerkracht. Zijn passie en kennis maakten een onvergetelijke indruk op ons. Dit illustreert de waarde van diversiteit in het onderwijs en het belang van leerkrachten die hun eigen gedrevenheid kunnen overbrengen.” “Ik pleit er dan ook voor dat leerkrachten, ongeacht hun vakgebied, de kans krijgen om af en toe buiten de gebaande paden te treden en leerlingen iets bij te brengen over het leven, en kunst is daarbij een krachtig instrument.” “Als psychiater zie ik heel veel mensen en ik krijg ook vaak de reactie dat ik echt veel heb betekend voor iemand. Maar bij sommige mensen lukt dat niet. Toch blijf ik mijn best doen. We hebben namelijk een inspanningsverbintenis. En dat is in onderwijs ook zo. Niet alle leerlingen vonden de les over Jung en Freud of over Rubens waardevol, maar deze ervaringen waren voor mij een momentum in mijn leven.” De Wachter sluit af met een oproep om de rol van kunst in het onderwijs te versterken. Met als doel leerlingen te helpen navigeren door de complexiteit van het leven en een dieper begrip van zichzelf en de wereld om hen heen te ontwikkelen. “Kunst geeft toegang tot het onbereikbare,” besluit hij, “en dat is van onschatbare waarde in het onderwijs.“